Hageveld 15
Hageveld
Oorspronkelijke functie | |
Kleinseminarie | |
Huidige functie | |
School, appartementencomplex | |
Bouwjaar | |
1922-1925 | |
Architect | |
Jan Stuyt (1868-1934) | |
Status | |
Rijksmonument 508445 (complex), 508446 (hoofdgebouw), 508447 (brug) |
Introductie
Het voormalige kleinseminarie Hageveld ligt in het oosten van de gemeente Heemstede. Toen bisschop mgr. Callier in 1921 opdracht gaf voor de bouw, was dit het derde complex van deze naam. Het eerste Hageveld stond in Driehuis (1817-1847) en het tweede te Voorhout (1847-1923). In Heemstede werd gekozen voor de terreinen van de buitenplaats ’t Groot Clooster, waarvan de naam herinnerde aan het oude Bernaditenklooster Porta Coeli (Hemelpoort).
De eerstesteenlegging voor dit derde Hageveld vond plaats op 2 mei 1922. Al in september konden de eerste seminaristen het gebouw betrekken. De kapel kon pas enkele jaren later, in juni 1925, worden ingewijd. Hageveld was een enorm complex, omgeven door bos en een ringgracht, met een eigen boerderij en moestuin, een eigen slagerij en bakkerij, en werkplaatsen in de grote kelder. Centraal in het hoofdgebouw staat de kapel, met een enorme koepel die is geïnspireerd op die van de Sint-Pieter in Rome. De lengteas is maar zes meter korter dan bij het voorbeeld. Het hoofdgebouw bevatte naast een kleinseminarie onder meer een internaat, woonruimten voor religieuzen en een kleine sterrenwacht. Architect van het complex was Jan Stuyt en de uitvoering was in handen van C. Jonckbloedt. In 1961 werd het hoofdgebouw aan de oostzijde met een reeks klaslokalen van één bouwlaag uitgebreid. Het complex bleef tot circa 1980 in gebruik als kleinseminarie. Daarna werden er in het hoofdgebouw het Bisschoppelijk College Hageveld en de Noordhollandse Bestuursacademie ondergebracht. Tegenwoordig is het Atheneum College Hageveld er in het ‘achterhuis’ gevestigd, en in het representatieve ‘voorhuis’ zijn appartementen ondergebracht. Bovendien is er een grote parkeergarage gebouwd onder de voormalige fontein voor de ingang van Hageveld. Tijdens de bouw van de parkeergarage zijn overblijfselen gevonden van het Bernaditenklooster. In 2020/2021 is de zusterkapel toegevoegd aan het voorhuis en verbouwd tot wooneenheid.
Onder de bescherming als rijksmonument vallen alleen het hoofdgebouw en de brug die toegang geeft tot het voorplein. De voormalige bakkerij en slachterij, de 19de-eeuwse bebouwing en de in 1961 gerealiseerde uitbreiding vallen buiten die bescherming. Dit geldt ook voor alle naoorlogse toevoegingen en wijzigingen met betrekking tot de onroerende onderdelen van het exterieur en het interieur. Op het terrein staan ook twee gemeentelijke monumenten: Villa ’t Clooster (Hageveld 1) en de voormalige boerderij (Hageveld 5, 7).
Bouwkundige beschrijving
Het hoofdgebouw vormt het hart van het complex. Aan de westzijde ligt het voorplein, dat bereikbaar is via de tot het complex behorende brug over een slingerende waterpartij van de laat 19de-eeuwse landschapstuin. De voormalige bakkerij en slachterij liggen ten zuidwesten van het hoofdgebouw en direct aan de oostzijde van de eerder genoemde waterpartij. In 2001 is de school verbouwd en uitgebreid, waarbij het pand is aangepast aan de eisen die worden gesteld aan moderne onderwijsgebouwen.
Hoofdgebouw
Het hoofdgebouw van het voormalige Kleinseminarie Hageveld is geheel symmetrisch ontworpen op in een in hoofdzaak H-vormig grondplan met oost-west verlopende hoofdas. Het gebouw wordt gedomineerd door de ovale koepel met ovale lantaarn boven de voormalige kapel. Deze kapel, die het hart vormt van het gebouw, bevindt zich in de oostelijke helft van de H op de middenas (oost-west) en heeft een ovaal grondplan. De kapel is van oorsprong een ongedeelde ruimte onder een hoge koepel. Deze wordt geleed door uitspringende ribben die corresponderen met de pilasters van het muurwerk. De constructie bestaat uit een binnen- en een buitenkoepel. In de dakvlakken van de koepel zijn ovale kapellen geplaatst. Deze kapellen verlichten de ruimte tussen de binnen- en buitenschil. De koepel wordt bekroond door een ovale lantaarn waarvan de koepelvormige afsluiting op kleine zuilen rust. Het ovale interieur van de koepelkerk is behoudens de met de liturgie verband houdende zaken in structuur bewaard gebleven. De ruimte wordt echter sinds enige jaren horizontaal gedeeld door een houten vloer. De oorspronkelijke ongedeelde ruimte wordt geleed door twaalf Korinthische pilasters die een hoofdgestel dragen. In elk van de kapitelen is de naam van een apostel aangebracht. De koepelvorm daarboven heeft een cassetteplafond dat op het hoogste punt overgaat in een religieuze plafondschildering van de hand van Huib Luns. De ruimte werd in oorsprong alleen verlicht door de grote rechthoekige vensters. De na de plaatsing van de vloer ontstane parterre ontvangt daglicht door nieuw aangebrachte vensters.
De vleugels van het hoofdgebouw bestaan verder over het algemeen uit souterrain, bel-etage, tweede verdieping en kapverdieping. Het muurwerk is opgetrokken in rode baksteen boven een uitgemetselde plint in grijze breuksteen. Alle muren worden aan de bovenzijde afgesloten door een kroonlijst. De uit schild-, zadel- en tentdaken samengestelde kap is voorzien van leien in Maasdekking.
Het representatieve U-vormige voorhuis (westzijde) heeft een centraal geplaatste hoofdingang in het terugliggende gedeelte. De hoofdingang, met bordes in natuursteen, bevindt zich in een hoger opgetrokken, rijk gedecoreerd middenrisaliet. Dit middenrisaliet heeft gebosseerde hoeken en een zware kroonlijst, die in het midden wordt doorbroken door een topgevel. Op het balkon is de naam ‘HAGEVELD’ aangebracht. De balkondeuren worden omgeven door een gedecoreerde omlijsting. Aan de bovenzijde bestaat deze decoratie uit een zandstenen gevelsculptuur, waarin onder meer een bisschopsstaf en een mijter zijn verwerkt. Boven deze gevelsculptuur bevinden zich de in brons uitgevoerde Romeinse cijfers ‘MCMXXIII’ (1923). Links en rechts van deze gevelsculptuur staat in bronzen letters ‘PORTA COELI’. De kopse zijde van de zuidelijke arm van het voorhuis heeft in de geveltop een Andreaskruis en daaronder de Romeinse cijfers ‘MDCCCXVII’ (1817, het jaar waarin het kleinseminarie Hageveld werd opgericht). De kopse zijde van de noordelijke arm heeft in de geveltop een reliëf met lam en staf en daaronder dezelfde Romeinse cijfers.
De indeling van het oorspronkelijke kleinseminarie Hageveld was als volgt. Het voorhuis bevatte tweekamerappartementen, de refter en andere ruimten voor de priester-leraren en de bestuurders en de (rechts vooraan) grote bibliotheek. Het middenhuis omvatte rechts de aula (met filmprojector), in het midden de kapel en links de refter (eetzaal) met de keuken. Verder waren in het middenhuis andere facilitaire zaken, zoals de voorraadkelder. De rechtervleugel van het middenhuis bevatte het zusterhuis en de linkervleugel de zusterkapel. Op zolder woonden de ‘nimfen’, verstandelijk gehandicapte meisjes die in de huishouding te werk waren gesteld. In het achterhuis waren op de begane grond langs de binnentuin rond de kapel de leslokalen. De linkerkant van het achterhuis, bijgenaamd ‘kleine kant’, was voor de eerste- en tweedejaars seminaristen. De rechterkant, bijgenaamd ‘de grote kant’, was voor de derde- tot en met de zesdejaars seminaristen. Aan de beide buitenzijde lagen de studiezalen en ontspanningsruimten. Gestudeerd werd er op vaste tijden in de studiezalen, waar elke jongen zijn eigen bureautje had en waar permanent toezicht was door een (priester-)surveillant. Op de eerste verdieping van het achterhuis bevonden zich aan beide zijde de twee grote slaapzalen met de ‘chambrettes’, met planken afgeschoten kleine kamertjes zonder plafond (2 x 2 x 2 meter), met daarin een bed, wastafeltje met spiegel en kledingkast. De ingang van de chambrettes was voorzien van een van huis meegenomen gordijn. De vijfde- en zesdejaars seminaristen hadden daar een deur. Aan de voorzijde van iedere slaapzaal bevond zich de doucheruimte en achterin de kamer van de surveillant. Tegen het achterhuis lag de ‘cour’, een (speel)veld, gedeeltelijk omarmd door twee half gebogen overkappingen en aan de rechterkant door de oorspronkelijke gymzaal.
Brug
De stenen brug ligt in de as van het hoofdgebouw van het voormalige kleinseminarie en vormt de hoofdtoegang tot het voorplein aan de westzijde. Deze brug is tegelijkertijd met de bouw van het kleinseminarie tot stand gekomen en eveneens ontworpen door Jan Stuyt. De brug ligt over een waterpartij die behoort tot de landschappelijke aanleg van de oude buitenplaats.
De brug is symmetrisch opgezet, met een rondboog over het water en een naar het midden stijgend wegdek, voorzien van uitzwenkende op- en afritten. Het muurwerk bestaat uit rode baksteen, afgedekt met hardsteen en gedecoreerd met bolvormige ornamenten in zandsteen.
Rijksmonument
Het voormalige kleinseminarie, thans Atheneum College Hageveld, is cultuurhistorisch van belang als monumentaal kleinseminarie uit de jaren twintig van de 20ste eeuw in het westen van Nederland. Het geeft blijk van de grote maatschappelijke bloei van het rooms-katholicisme in die periode.
Architectuurhistorisch is het hoofdgebouw van algemeen belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp, de gaaf bewaard gebleven hoofdvorm en detaillering alsmede de plaats die het inneemt binnen het oeuvre van de architect Jan Stuyt. Het object is voorts van stedenbouwkundig belang vanwege het silhouet van de koepel in het bebouwingsbeeld van de gemeente Heemstede.
Het omliggende park is van grote landschappelijke waarde.
De brug is van belang in relatie tot het hoofdgebouw, waarmee het historisch-functioneel en in situering en architectuur onverbrekelijk is verbonden.