Groenendaal 3
Groenendaal (historisch park en tuin)
Oorspronkelijke functie | |
Park en tuin | |
Huidige functie | |
Park en tuin | |
Bouwjaar | |
18de tot en met 20e eeuw | |
Architect | |
Onbekend | |
Status | |
Rijksmonument 522909 (moestuinmuur 522912, tolhek 522913) |
Introductie
Groenendaal bestaat uit zowel kleinschalige als zeer monumentaal aangelegde elementen in een schijnbaar natuurlijk, licht tot sterk glooiend bosgebied. Het heeft noch een grote formele noch een grote landschappelijke aanleg gekend. De onderlegger van dit geheel vormt het oorspronkelijke binnenduingebied. Tot ongeveer medio 18de eeuw was dit gebied onontgonnen duingrond, waarna de geleidelijke transformatie heeft plaatsgevonden. Het aangelegde bosgebied is gevarieerd, met open en gesloten delen en zowel loof- als naaldbos. Hoewel in de loop van de jaren veel aanplant is verjongd, zijn er ook nog oudere bospercelen, solitairen en boomgroepen aanwezig. Vanouds bevonden zich in het duingebied drie elementen, die historisch van belang zijn en min of meer geïntegreerd zijn in de latere aanleg van de buitenplaats. De Kerkweg, die begint op het terrein van Meer en Berg en via Groenendaal met een knik overgaat in de Doodweg is zo’n element. Verder is er het slingerwater tussen het koetshuis en de huidige kinderboerderij, vermoedelijk een oudere sloot die omstreeks 1772 als zodanig is vergraven. Ook de Molenweg was reeds in de 17de eeuw aanwezig.
Aanleg park
Na de bouw van huis Groenendaal in 1740 is begonnen met de aanleg van het park. Van deze eerste opzet resteren de Lindenkom (circa 1755) met het naastgelegen bergje en bijbehorende zichtlijnen. Ook de grote zichtheuvel met bijbehorende zichtlijnen, waarop later de Belvedere werd gebouwd, dateert uit de periode van de eerste aanleg (circa 1765). Wat later kwam het zogeheten Seringendal aan de voet van de heuvel tot stand. De eerste grote laan werd in 1768 door John Hope aangelegd, die een jaar eerder eigenaar van Groenendaal was geworden. Deze ‘Nieuwe Oprijlaan’, de huidige Sparrenlaan, is tegenwoordig met dennen beplant. Verder is er de Adriennelaan, beplant met linden.
Uit de late 18de eeuw dateren ook de volgende onderdelen: het weiland op afgezande duingrond aan de noordzijde van het terrein, omgeven door boomgroepen en een (van oorsprong kleinere) waterpartij (de Lelievijver), de even ten westen hiervan gelegen uitzichtheuvel met bijbehorende zichtlijnen en ronde waterpartij (Kop en Schotel), en de waterdel aan de westzijde van het terrein, een vergraving van een natuurlijke waterplas en beplant met rododendrons.
In de loop van de 19de eeuw is er nog een viertal lanen op Groenendaal aangelegd: de Torenlaan langs de noordzijde (de derde brede, rechte laan) en drie landschappelijke lanen, waaronder de grote hoefijzervormige laan tussen de Adriennelaan en de Sparrenlaan. De romantische bouwsels die werden opgericht zijn inmiddels weer verdwenen.
Openbaar wandelpark
Met de ingebruikname van Groenendaal als openbaar wandelpark in 1913 is er structureel weinig veranderd aan de aanleg. Sommige elementen zijn verdwenen, zoals het kleine 18de-eeuwse slingerbos ter plaatse van de huidige zandbak. Na de Tweede Wereldoorlog is er nog een belangrijke toevoeging gemaakt in de vorm van de Vrijheidsdreef aan de noordoostzijde.
Moestuinmuur Achter het koetshuis staat rond de oude moestuin een van oorsprong 18de-eeuwse muur. Hiervan is de westelijke muur ten behoeve van de aanleg van een tennispark afgebroken. De muur wordt geleed door muurdammen. In de oostmuur bevindt zich een toegang die wordt geflankeerd door zware gemetselde pijlers.
Tolhek In de zuidmuur van de moestuin is het zogeheten ‘Leids Tolhek’ herplaatst. Dit tolhek, gedateerd 1695, stond oorspronkelijk langs de Leidsevaart nabij de huidige Zandvoortselaan. Na afbraak is de poort hersteld en in 1926 opgenomen in de moestuinmuur van Groenendaal. Het hek bestaat uit twee gemetselde hoofdpilaren, met door middel van verspringende stenen afgeschuinde hoeken. De hoofdpilaren hebben een forse natuurstenen bekroning. Aan de ene zijde zijn daarop respectievelijk de stadswapens van Leiden en Haarlem aangebracht, en aan de andere zijde een acanthusblad met daarop een kroon. De kleinere pilaren hebben eveneens een natuurstenen bekroning met daarop een bloemknopmotief.
Landgoed Groenendaal
Het is eigenlijk heel bijzonder dat het huidige Groenendaalse bos vernoemd is naar het landgoed dat op de kaart van Balthasar Florisz uit 1643 nog één van de kleinste landgoederen in het bos-/duingebied was.
Landgoederen als Het Lam, De Driesprong, De drie Corenaren, Westermeer (huidige begraafplaats aan de Herfstlaan) Meer en Berg, etc. waren in die tijd groter in omvang
Het landgoed Groenendaal is pas ver in de tweede helft van de 17e eeuw, begin 18e eeuw in omvang en aanzien gegroeid. De toenmalige eigenaar Jean d’ Orville (vanaf 1739) weet het landgoed te vergroten. De latere eigenaar Hope laat een ontsluitingsweg naar de Herenweg aanleggen, de huidige Sparrenlaan. Het woonhuis op landgoed Groenendaal heeft in de buurt van of op de huidige parkeerplaats aan de zuidzijde van restaurant Groenendaal gestaan.
De biljartkoepel die in 1970 is gesloopt, stond vlak naast de Lindenkom en behoorde bij het landgoed.
Meer weten?: Lees dan “Groenendaal, Van Buitenplaats tot wandelbos“
Rijksmonument
De historische tuin- en parkaanleg Groenendaal is van belang als voorbeeld van een in de kern gaaf bewaard en in zijn soort uniek grootschalig parkbos uit de tweede helft van de 18de eeuw, met opvallende monumentale lanen naast vroege, kleinschalige landschappelijke elementen.
De moestuinmuur is van belang als functioneel onderdeel van de buitenplaats.
Het tolhek is van belang vanwege zijn historische betekenis als tolhek op de route Haarlem- Leiden en vanwege de monumentale vormgeving.