Binnenweg 14
De Graeve Tromp
Oorspronkelijke functie | |
Herberg | |
Huidige functie | |
Woonhuis | |
Bouwjaar | |
1667 | |
Architect | |
Onbekend | |
Status | |
Gemeentelijk monument |
Introductie
De Graeve Tromp is een van de oudste woningen in de oude kern van Bennebroek, gelegen nabij de brug en het voormalige dorpsplein en herberg ‘De Zwarte Hond’. Op de hoek van de Binnenweg en de Reek stond in 1645 op de plek van de huidige Graeve Tromp al een woning. Omstreeks 1667 liet lijnwaadbleeker Willem Cambij een nieuw huis bouwen met herberg.
In de negentiende eeuw werd de Graeve Tromp bewoond door diverse zadelmakers. De zadels werden vervaardigd in de naastgelegen werkplaats (Binnenweg 12).
Uit een kaart van ca. 1800 kunnen we opmaken dat het oorspronkelijke oppervlakte van de Graeve Tromp aanzienlijk groter is geweest is dan de huidige oppervlakte. In 1861 werd de woning gesplitst in Binnenweg 14 en Reek 1.
Bouwkundige beschrijving
Het pand bestaat uit één bouwlaag met kapverdieping, is witgepleisterd en heeft een zadeldak met rode Hollandse pannen. De plint is grijs geschilderd. Het staat met de korte zijde naar de Binnenweg en met de rechter lange zijde naar de Reek gekeerd. Aan die zijde zit een dakkapel. Opvallend onderdeel van het gebouw is de veranda. De ene helft daarvan is afgesloten en dient als serre, de andere helft is open en heeft een rijk bewerkt gietijzeren hek.
Het pand is aan de linkerzijde uitgebouwd. Die bestaat uit één bouwlaag met plat dak dat aan de zijde van de Binnenweg wordt bekroond door een balustrade met een gietijzeren hek.
Gemeentelijk monument
Het pand heeft architectuurhistorische waarde door zijn gaafheid van de hoofdvorm. Het is bovendien een voorbeeld van kleine herbergen met veranda, die in de 19de eeuw op verscheidene plaatsen in Bennebroek en omgeving te vinden waren. Bijzonder van waarde zijn de gietijzeren hekken van de veranda en van de balustrade op de uitbouw.
Daarnaast heeft het sociaalhistorische betekenis: de verschillende beroepen die hier zijn uitgeoefend (zanders, glazenier, zadelmaker, enz.) herinneren aan de dienstverlenende functie die dorpsbewoners hadden voor de landgoederen in dit gebied.