Op de Algemene begraafplaats aan de Herfstlaan liggen relatief weinig kunstenaars begraven. Het graf van Cornelis Spoor (1867-1928), een inmiddels vrijwel vergeten Nederlands kunstschilder, tekenaar en etser, verdient ten volle de status van beschermd monument.
Zelfportret, z.j.
Zelfportret, z.j.
Cornelis Rudolf Hendrik Spoor, roepnaam Cees, volgde van 1884 tot 1887 de Rijksacademie in Amsterdam, waar hij les kreeg van August Allebé. Hier ontwikkelde zich een nieuwe generatie schilders, waarvan impressionisten als Isaac Israëls en George Hendrik Breitner de belangrijkste zouden worden. Cornelis Spoor was in hun kielzog minder bekend, maar zeer gewaardeerd. Hij werkte achtereenvolgens in Den Haag, Rijswijk, Amsterdam en in Heemstede, waar hij woonde op Kerklaan 117.
Cees Spoor schilderde, tekende en etste portretten, landschappen, stadsgezichten, bloemen, katten en vogels, alles veelal gesigneerd met C. Spoor jr. Hij maakte veel portretten in opdracht. Spoor werd vooral geroemd om de portretten die hij schilderde van kinderen, binnen de eigen familie maar ook in opdracht. Ook illustreerde hij kinderboeken.
Portret van een baby, z.j. Teylers Museum
Cornelis Spoor: portret van Hendrik van Loon (1831-1901) resp. Louise Borski (1832-1893). Geschilderd na hun dood van foto’s in 1905 en 1907. Museum van Loon, Amsterdam.
Portret van de broer van mej. M.M. Lechner, z.j. Particuliere collectie.
Hofje van Loo, Barrevoetstraat 7 in Haarlem. Jaar onbekend.
Samenwerking met Mondriaan en Sluijters
Begin twintigste eeuw had Cornelis Spoor een gevestigde reputatie als schilder, Hij was bevriend met schilders als Willem Maris, Jan Toorop en diens dochter Charley, Piet Mondriaan en Jan Sluijters. Deze schilders raakten in de jaren 1907-1910 betrokken bij vernieuwingen, die door tijdgenoten het ‘luminisme’ werden genoemd. De traditioneel donkere luchten van de Haagse school werden aan de kant gezet en onder invloed van moderne ontwikkelingen in het buitenland gingen Mondriaan, Toorop, Spoor en Sluijters naar buiten, onder andere naar Domburg in Zeeland, om daar te schilderen.
In 1908/1909 logeerden Cornelis Spoor en Piet Mondriaan samen in Domburg en schilderden beiden de kerk van Oostkapelle. Links Spoor, die later geclassificeerd werd als een ‘gematigd luminist’, rechts de extremere Mondriaan.
Veelbesproken tentoonstelling
In 1909 exposeerden Piet Mondriaan, Jan Sluijters en Cornelis Spoor gezamenlijk in een grote en veelbesproken tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De combinatie van de drie kunstenaars was heel verrassend. Mondriaan had toen nog geen wereldfaam, Sluijters was een controversieel kunstenaar en Spoor was toen nog wel bekend, maar zou later in de vergetelheid raken. Mondriaan en Sluijters bewonderen Spoors nauwkeurige penseelvoering, maar lieten zelf de precisie steeds meer los. Mondriaans penseelstreek werd steeds grover en hij schilderde uiteindelijk minimale streken. Jan Sluijters zou steeds meer opvallende kleuren en dikke verfstreken gaan gebruiken.
De tentoonstelling in het Stedelijk Museum kreeg veel aandacht in de pers. De kritiek liep van fascinatie tot ronduit negatief. Frederik van Eeden noemde de kleuren die de kunstenaars gebruikten rauw en barbaars en Mondriaan was volgens hem geestesziek. Maar deze kritiek dreef de kunstenaars niet uit elkaar, want ook na de tentoonstelling hielden ze contact. Het contact verwaterde toen Mondriaan in 1911 naar Parijs vertrok.
In 2018 is in het Museum Villa Mondriaan in Winterswijk -dat zich specialiseert in de jongere jaren van Piet Mondriaan – de tentoonstelling van 1909 opnieuw gehouden en werden er weer werken van Spoor, Mondriaan en Sluijters bijeengebracht.
Tentoonstellingen
Spoor exposeerde verschillende malen (1890, 1893, 1897, 1909). Dertien jaar na zijn dood toonde kunsthandelaar Leffelaar aan de Wagenweg 102 in Haarlem veel materiaal uit familiebezit. Bij deze tentoonstelling werd over Spoor geschreven dat hij betrekkelijk te vlug vergeten was omdat hij geen groot oeuvre had opgebouwd, veel van zijn portretten ‘in rustig familiebezit plegen bewaard te blijven’ en dat ‘het timmeren aan den weg niet in Spoor’s aard lag’.
Graf
Cornelis Spoor overleed in 1928 en werd begraven in het graf van zijn schoonmoeder. Later werden hier ook zijn echtgenote en zijn jongste zoon bijgezet.
In november 2023 is er op initiatief van kleinzoons Michiel en Rudolf Spoor en de Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek een paal geplaatst met QR-code, die verwijst naar de website van de HVHB waar informatie is opgenomen over Cees Spoor.
Het grafmonument is niet bijzonder maar de kunstenaar Cornelis Spoor, die er rust, was in zijn tijd zeker belangrijk, niet in het minst door zijn samenwerking in 1909 met Piet Mondriaan en Jan Sluijters. Als zodanig hecht de HVHB dan ook aan het verlenen van een monumentale status aan dit graf, dat centraal gelegen is op Sectie 2 van de Algemene begraafplaats aan de Herfstlaan.
Portret van Emilia Catharina van Wickevoort Crommelin (1876-1936), echtgenote van Cornelis Spoor. Rond 1900, Stedelijk Museum Amsterdam.
Met dank aan Michiel en Rudolf Spoor.
Lees hier het artikel over Cornelis Spoor uit HeerlijkHeden 189.