Herenweg 133
Berkenrode (complex)
Oorspronkelijke functie | |
Buitenplaats | |
Huidige functie | |
Park, kantoor | |
Bouwjaar | |
Vanaf 1797 (park), 18de eeuw (huis) | |
Architect | |
Onbekend | |
Status | |
Rijksmonument 526313 (complex), 526314 (hoofdhuis) |
Introductie
De historische buitenplaats Berkenrode is gelegen tussen de Herenweg en de Leidsevaart. Een watergang vanaf deze vaart vormt de noordelijke begrenzing, waarbij de noordoosthoek gevormd wordt door de Herenweg en de Willem Klooslaan. Aan de Herenweg loopt de grens achter de huizen Herenweg 113 tot en met 127 en van Duin en Vaart en, vervolgens door de vaart langs de Erasmuslaan tot de Leidsevaart.
De ‘camp’ Berkenrode is een oud goed, dat al in 1284 wordt vermeld. Het huis komt pas voor in een bron uit 1451. Het is bekend van afbeeldingen en vertoont een kasteelachtig uiterlijk. Dit oude huis Berkenrode stond op de plek waar nu de grote vijver ligt en werd door een slotgracht omgeven. Hier heeft tot 1797, in verschillende gedaantes, het huis Berkenrode gestaan. Restanten ervan zijn opgegraven. Aanvankelijk waren er aan het bezit geen rechten verbonden. Pas in 1465 werd Gerrit van Berkenrode Jansz beleend met de rechten en titel van ambachtsheer van Berkenrode. Het geslacht Van Berkenrode bleef tot 1691 eigenaar. Bij het beleg van Haarlem in 1573 ging het huis grotendeels in vlammen op. Daarna werd het door Dirk van Haerlem van Berkenrode gedeeltelijk hersteld en weer bewoond. Na zijn overlijden in 1642 werd zijn zuster Goedele tot erfgenaam benoemd. Nadat ook haar zoon Hendrick van Alckemade was gestorven was, werd het goed verkocht.
Na 1691
De nieuwe eigenaar werd op 17 februari 1691 Benjamin Poulle. Hij liet het huis geheel restaureren en verfraaien en ook de tuin opnieuw aanleggen. Een prent in vogelvlucht laat deze grootscheepse aanleg zien, waarvan het echter de vraag is of deze in zijn geheel is gerealiseerd. Nog geen honderd jaar later brandde dit huis in de nacht van 4 op 5 mei 1747 af door onvoorzichtigheid van het personeel nadat het met kaarsen en vetpotjes was geïllumineerd ter ere van de verheffing van prins Willem IV tot erfstadhouder. De toenmalige eigenaar, ambachtsheer Mattheus Lestevenon liet het weer opbouwen, waarbij in ieder geval de fundamenten opnieuw werden gebruikt. Lestevenon voegde in 1762 het huis en de gronden van Westerduin bij Berkenrode. Eerder, in 1743, had hij het grondgebied al vergroot met de buitenplaats Duin en Vaart. Tot de bezittingen behoorde ook nog een stuk grond met aanleg aan de oostzijde van de Herenweg. Hier bevindt zich nu het Zorgcentrum Het Overbos.
Op 29 oktober 1797 verkochten Mattheus’ kinderen het goed aan Jan Pieter Wickevoort Crommelin. Meteen na de aankoop liet hij het huis afbreken en vestigde zich op het aangrenzende Westerduin, dat als hoofdhuis van Berkenrode ging fungeren. Kort hierna moet ook de parkaanleg in landschappelijke stijl zijn ontstaan, die bekend is van een kaart uit 1847. Het goed bleef tot 1939 in de familie Wickevoort Crommelin. Na een kinderloos overlijden van de laatste Wickevoort ging het over op de familie Van Eeghen. Het hoofdhuis, waar gedurende de jaren 1933-1945 de familie Bomans woonde, is verkocht en in gebruik als kantoor. van 1946 tot 1992 heeft de firma Laimböck op Berkenrode een handschoenenfabriek gehad.
Berkenrode was lange tijd een katholieke enclave in het protestante noorden. Daardoor zijn er (indertijd) veel gemengde huwelijken gesloten.
Beschrijving complex
De historische buitenplaats Berkenrode bestaat uit de volgende onderdelen:
- Het hoofdhuis
- De historische park- en tuinaanleg, losse elementen: voormalig koetshuis (met beeldengroep), tuinderswoning, boogbrug, ensemble van moestuin, tuinmuur en kas, voormalig badhuisje en paardengraf.
- Langs de Herenweg de ingangspartij met koepel en enkele dienstwoningen (nr. 117-125).
Hoofdhuis
Het hoofdhuis van Berkenrode is van oorsprong 17de-eeuws en kreeg zijn tegenwoordige uiterlijk rond 1800. Ten gevolge van verbouwingen is de huidige U-vormige plattegrond ontstaan, met een lange gevel aan de zijde van de Herenweg en twee korte dwarsvleugels aan de westzijde. De ruimte tussen de vleugels is opgevuld met een bouwdeel van één bouwlaag met plat dak. Het gepleisterde pand telt twee bouwlagen, met onder het rechterdeel een kleine kelder. Boven de kroonlijst bevindt zich een met pannen gedekt schilddak met vier hoekschoorstenen en een vijfde schoorsteen in het midden. Naast de rechterschoorsteen staat een luidklokje. Op alle dakvlakken is een dakkapel aangebracht met een timpaan en vleugelstukken.
De toegang tot het huis bevindt zich tegenwoordig aan de westzijde in de éénlaags aanbouw tussen de vleugels. De zijvleugels beslaan elk twee traveeën, waarin vensters zijn opgenomen. De oostgevel is zeven traveeën breed. In de middenpartij zijn op de begane grond glasdeuren opgenomen, die, evenals de vensters op de verdieping, zijn uitgevoerd met een kroonlijst en hoofdgestel. Aan deze zijde zijn de ramen vernieuwd. De vier traveeën brede zuidgevel heeft nog wel de oude ramen behouden. Tegen de noordgevel is in de laatste decennia van de 20ste eeuw een aanbouw toegevoegd. Hierachter staat nog een bescheiden koetshuis. Dit is eveneens vergroot met een vleugel en ingericht als kantoor. Door de afwerking van het interieur van het hoofdhuis als kantoor is van de oude inrichting weinig zichtbaar, met uitzondering van twee vertrekken aan de linkerzijde. Het hoekvertrek heeft een laat 17de-eeuwse aanblik, maar is vermoedelijk ouder gezien de, onder de stuclaag zichtbare balkenlaag met moer- en kinderbintenlaag. Tegen de buitenzijmuur staat een schouw met houten boezem, voorzien van snijwerk, een spiegel en een van latere datum daterend schilderstuk dat een landschap voorstelt. De marmeren schouw dateert uit de 19de eeuw. Een groot vertrek aan de voorzijde heeft een afwerking in empirestijl. De vier deuren in het vertrek hebben een schilderstuk, telkens met de afbeelding van een vrouwenfiguur met één of enkele kinderen, in een bronstint geschilderd op een witte achtergrond. Een daarbij behorend stuk bevindt zich boven de spiegel op de schouw.
Rijksmonument
De historische buitenplaats Berkenrode heeft historische betekenis vanwege de hoge ouderdom (van oorsprong middeleeuws), de plaats in de lokale historie als voormalige ambachtsheerlijkheid, de aanwezige archeologische resten van het middeleeuwse kasteel, en de tuinhistorische waarde als vroege landschappelijke parkaanleg met behoud van enkele 18de-eeuwse onderdelen.
Het hoofdhuis van Berkenrode is van belang vanwege de beeldbepalende ligging aan de Herenweg, mede in relatie tot de ingangspartij, koepel en de belendende bebouwing (ensemblewaarde). Voorts heeft het architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een statig huis in neoclassicistische stijl van omstreeks 1800, met inwendig oudere bouw- en interieuronderdelen.
Nu
Het landgoed is nog steeds in het bezit van de familie Van Eeghen. De familie stelt het landgoed beschikbaar voor conferenties en bijeenkomsten ten behoeve van goede doelen. Om de exploitatie rond te krijgen, wil de familie enkele woningen realiseren op de voormalige moestuin.