Schoollaan 70
St. Luciaklooster
Oorspronkelijke functie | |
Klooster | |
Huidige functie | |
Appartementencomplex | |
Bouwjaar | |
1895-1896 | |
Architect | |
Nicolaas Nelis | |
Status | |
Gemeentelijk monument; winnaar Erfgoedprijs 2018 |
Introductie
In het open, door bollenvelden gedomineerde gebied ten zuiden van de nog onbebouwde Meerweg was in 1894 de rooms-katholieke St. Josefkerk verrezen. Een jaar later start achter de kerk de bouw van het St. Luciaklooster. Het klooster is gesticht door de zusters van het Sacré-Coeur uit Parijs. De hoofdtaak van de zusters was het opvoeden van meisjes uit de gegoede katholieke burgerstand, binnen de muren van een kostschool. Naast het klooster werd in dezelfde stijl een school (de Jozefschool) gebouwd. Het ontwerp wordt toegeschreven aan de Haarlemse architect Nicolaas Nelis en het klooster werd gebouwd door de Bennebroekse aannemer R.C. van der Vossen. In 1919 nemen de Zusters Franciscanessen van Sint Lucia het klooster over. In 2007 verlaten de laatste 35 zusters het gebouw en wordt het klooster in 2016 omgebouwd tot een appartementencomplex.
Het huidige, nog steeds omvangrijke complex van rooms-katholieke gebouwen bestaat behalve uit het klooster uit de pastorie (1899), de St. Jozefkerk (1900) en de St. Franciscusschool (1928-1929). Alle vier onderdelen van het complex zijn gemeentelijk monument.
Bouwkundige beschrijving
Het klooster heeft een H-vormige plattegrond en is gebouwd in een neogotische stijl. De H-vorm omsluit twee, aan drie zijden gesloten binnenplaatsen, waarvan de zuidelijke met hoofdentree is georiënteerd op de kloostertuin en de noordelijke begrensd en geblokkeerd wordt door de St. Jozefkerk. De rationele, heldere totaalopzet van het gebouw is gebaseerd op religieus-functionele eisen van het kloosterleven. De veelheid aan architectonische, op ambachtelijke, verfijnde wijze verwerkte details leiden vervolgens tot een verzachting van dit rationele concept en sorteren een schilderachtig, pittoresk silhouet en gevelbeeld. In het midden van de oostvleugel bevond zich op de tweede verdieping de kapel van het klooster. De apsis van de kapel is driehoekig van vorm en loopt door tot op de begane grond.
De stijlkenmerken van het exterieur weerspiegelen zich, weliswaar in mindere mate, in de eveneens door N. Nelis ontworpen gevels van kerk en pastorie. Dit aspect versterkt de architectonische eenheid van het totale complex.
Het kloostergebouw bestaat uit een kelderverdieping, twee bouwlagen en een forse kapverdieping onder een samengesteld zadeldak met grijze leien. Op de kap staat een slanke, octogonale dakruiter met hoge spits.
De ramen van de kapel zijn bezet met gebrandschilderd glas-in-lood (1947).
Kloostertuin en oprijlaan
De kloostertuin wordt gekenmerkt door een landschappelijke tuinaanleg met slingerpaden, een (voormalige) moestuin, een ‘lindenlaantje’, een kleine vijver en kanaaltje met ‘sluis’. De tuin bezit drie beelden uit de bouwtijd, waaronder twee Mariabeelden (bij de Lourdesgrot en bij de vijver). Ten zuiden van de Lourdesgrot, van de kloostertuin gescheiden door dubbele hekwerken, ligt een voormalige nonnenbegraafplaats.
Aan het begin van de oprijlaan naar het hoofdgebouw staat een smeedijzeren hek. De gietijzeren pijlers ervan worden bekroond door een pijnappel. Langs de oprijlaan staat het kleine, éénlaagse, in neogotische stijl ontworpen portiersgebouwtje.
Gemeentelijk monument
Het complex St. Luciaklooster is architectonisch waardevol door de samenhang tussen de gebouwen, objecten en (semi)openbare ruimte, alsmede door de samenhang in bouwstijl van klooster, kerk en pastorie. Binnen het complex vormen klooster, kloostertuin, waterpartijen, Lourdesgrot, begraafplaats, landschappelijke tuininrichting, heiligenbeelden, portiershuisje en hekwerk een eigen eenheid. Datzelfde geldt voor Jozefkerk, pastorie, pastorietuin, parochiekerkhof, hekwerk en nabijgelegen (later gebouwde) St. Franciscusschool.
De kloostertuin vormt een groene, intieme oase binnen een min of meer verstedelijkte omgeving. De tuin is landschappelijk van belang vanwege de zichtbare afwisseling van open plekken en dichte begroeiing en de relatie tot het hoofdgebouw. De combinatie met de zichtbare herinneringen aan het kloosterverleden, zoals de moestuin, de nonnenbegraafplaats, de Lourdesgrot en de heiligenbeelden, versterken de landschappelijke en de cultuurhistorische waarden.
Dit alles tezamen vormt een uniek en gaaf ensemble, dat bovendien grote cultuurhistorische waarde heeft als herinnering aan het katholieke onderwijs in Bennebroek (lagere school) en in Nederland (pensionaat).
Tot slot vormt de Kerklaan, van belang als zichtas op het kerkcomplex, een belangrijk historisch stedenbouwkundig element.
Zie ook de gemeentelijke monumenten: Kerklaan 6, Kerklaan 9 en Kerklaan 11.