Willem Van der Velde-Kade 2
Willem van de Veldekade 2
Oorspronkelijke functie | |
Atelierwoning | |
Huidige functie | |
Woonhuis | |
Bouwjaar | |
1921 | |
Architect | |
H.A. van den Eijnde, C. Elffers (bouwkundig advies) | |
Status | |
Rijksmonument 508455 |
Introductie
In 1921 ontwierp de beeldhouwer H.A. van den Eijnde zijn eigen woonhuis aan de Willem van de Veldekade. Hij kreeg hierbij bouwkundig advies van architect C. Elffers. Het pand staat in een woonwijk die in de jaren twintig en dertig van de 20ste eeuw is bebouwd met vrijstaande huizen en twee-onder-één-kap-woningen. Van den Eijnde heeft bij het ontwerp gekozen voor een abstract, theoretisch uitgangspunt, mogelijk op basis van de theorie en geometrie van de schilder W.A. van Konijnenburg. De vormgeving van het pand kan tevens worden beschouwd als strakke variant van de antroposofische architectuur.
H.A. van den Eijnde (1869-1939) werd in Haarlem geboren. Hij volgde tekenlessen bij de beeldhouwer F.L. Stracké. Als beeldhouwer werkte Van den Eijnde onder meer aan de Sint-Bavokathedraal, het Amsterdamse Scheepvaarthuis, het kantoorgebouw van de Nederlandsche Handelmaatschappij aan de Vijzelstraat in Amsterdam, Tuinwijk-Zuid in Haarlem, de Haagse Bijenkorf en – als rijksbeeldhouwer – aan het zendstation voor radiotelegrafie in Kootwijk (‘Hallo Bandoeng’). In 1917 begon hij een eigen atelier aan de Meester Lottelaan in Haarlem. Hij was lid van Architectura et Amicitia, de Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst (VANK) en redactielid van Wendingen, en doceerde aan het Voortgezet en Hooger Bouwkunstonderricht.
Een van zijn bekendste werken is het Van Heutz-monument in het toenmalige Batavia. Ook in Heemstede is – naast de sculptuur aan de atelierwoning – werk van hem te zien, bijvoorbeeld aan de Marisbrug en de Bronsteebrug (provinciale monumenten). En na de afbraak van het kantoor van de Haagse Levensverzekeringsmaatschappij Eigen Hulp werd in 1978 het beeldhouwwerk van Van den Eijnde geschonken aan de gemeente Heemstede: ‘De Pelikaan’ staat nu aan de Laan van Rozenburg en de reliëfs van ‘Levensgang’ (een gemeentelijk monument) aan de naar hem vernoemde Van den Eijndekade.
Bouwkundige beschrijving
Het huis heeft een vrijwel vierkante plattegrond, aan de voorzijde op de hoeken driehoekig uitgebouwd, en telt twee bouwlagen en een zolder onder een tentdak. De gevels zijn opgetrokken uit paarsrode baksteen in staand verband. Het dak, voorzien van dakkapellen boven de zijgevels, is bedekt met zwarte en rode Hollandse pannen en heeft een schoorsteen op de nok.
De voorgevel is vrijwel symmetrisch ingedeeld. Het middendeel heeft zowel op de begane grond als op de verdieping een groot ateliervenster, beide door roeden onderverdeeld. In de puntig naar voren springende geveldelen bevinden zich op de begane grond links een raam en rechts een deur, en op de verdieping aan elke zijde twee vensters die elkaar raken onder een schuine hoek. Boven deze vensters en direct onder de dakrand bevinden zich vier reliëfs in kalksteen, die het Spel, de Arbeid, de Dagelijkse Strijd en de Schone Droom verbeelden. In een sculptuur boven de ingang verbeeldde Van den Eijnde de Bouwkunst en de Sierkunst. Enkele jaren na de voltooiing van de atelierwoning werd bij de entree een glas-in-loodraam van Huib de Ru aangebracht.
Het oorspronkelijke interieur van het pand is vrijwel intact. Het huis is symmetrisch ingedeeld en bevat, in navolging van antroposofische architectuur, vertrekken met een polygonale, in hoofdopzet doorgaans vijf- of zeshoekige plattegrond. Op de begane grond bevindt zich aan de voorzijde het oorspronkelijke boetseeratelier. Links van deze ruimte liggen de entree en de kantoorruimte, aan de rechterzijde de vestibule en de trap naar de bovengelegen atelier- en woonruimte. Achter het boetseeratelier bevinden zich twee gelijkvormige werkplaatsen, oorspronkelijk één voor houtbewerking en één voor gipsgieten. Op de verdieping liggen de woonvertrekken in een hoefijzervorm rond een volgend atelier, dat zich boven het atelier aan de straatkant bevindt. De tussenvloer die deze twee ateliers scheidt, kan worden weggenomen, zodat een negen meter hoge werkruimte ontstaat.
In 1991 is ten behoeve van de woonfunctie op de begane grond onder het atelierraam een extra strook vierkante ramen geplaatst. Tevens is de vloer van het atelier aan de zuidwestzijde verhoogd. Deze ruimte fungeert nu als keuken. De oorspronkelijke keuken op de verdieping is gewijzigd in een badkamer.
Rijksmonument
Het pand is van architectuurhistorische betekenis als een uniek voorbeeld van een atelierwoning uit het begin van de jaren twintig van de 20ste eeuw in een bouwstijl, waarin verschillende in die tijd heersende opvattingen van levensbeschouwelijke kunstzinnige aard, zoals antroposofie, geometrie, symbolisme en expressionisme, tot een oorspronkelijk en harmonisch geheel zijn samengevoegd. Verder is de atelierwoning van belang vanwege de gaafheid van zowel exterieur als interieur en als enig architectonisch ontwerp van de beeldhouwer H.A. van den Eijnde. Het pand heeft kunsthistorische waarde vanwege de toegepaste en goed bewaard gebleven bouwsculptuur van H.A. van den Eijnde. De atelierwoning is van cultuurhistorische betekenis als element uit de geschiedenis van het wonen en werken in Nederland, in het bijzonder als woon-werkhuis van een beeldend kunstenaar.